©Spierings, April 2023

Het taal- en cultuurcurriculum wordt momenteel (ingezet middels Curriculum.nu vanaf 2017 en later de Actualisatie Eindtermen en Kerndoelen PO en VO middels Teams van leerkrachten PO, docenten VO en vak experts onder leiding van SLO) herzien in Nederland. De belangrijkste herziening bestaat uit het integreren van de kern van Interculturele Communicatieve Competentie in drie domeinen: Taalvaardigheid, Taalbewustzijn en Cultureel Bewustzijn, vanuit drie onderling verbonden perspectieven: het communicatieve, het interculturele en het (meta)cognitieve perspectief. Voorstel vanuit het werkveld hier is om er een vierde deelgebied aan toe te voegen: cultuurvaardigheid, waarin creativiteit, sociaal-emotionele verbeeldingskracht, narratologie en semiotiek, persoonsontwikkeling en socialisering een grotere rol krijgen door het maken van verhalen ofwel maakliteratuur in een doorlopende leerlijn (April 2023). De Companion Volume van de European Council (2020) noemt als einddoel expliciet de ‘finer subtleties of nuanced language‘ (p. 223) op niveau C2 wat betekent dat deze opgebouwd moeten worden vanaf niveau A1 en niet pas start op niveau C2. ‘Finer subtleties of nuanced language’ is onderdeel van toenemende sensibilisatie en voorwaarde van welzijn voor begaafdere volwassenen in de dop, dus op heel vroege leeftijd al (Spierings, 2023).

In het hart van taal- en cultuureducatie ligt een pedagogie van subtiliteit en verfijning, waarbij de nadruk ligt op niet alleen de verwerving van taalvaardigheden, maar ook op de complexe wisselwerking tussen taal en cultuur. Deze pedagogische benadering erkent dat taal niet slechts een instrument is voor communicatie, maar een spiegel van culturele waarden, gebruiken en identiteit. Leerlingen en studenten in taal- en cultuureducatie duiken in de verfijnde kunst van communicatie en verkennen de subtiele betekenisnuances, toon en context die taal met zich meebrengt. Deze verkenning komt overeen met de nadruk in het constructivistische onderwijs op de actieve constructie van kennis en ervaringsleren door studenten onder te dompelen in echte culturele contexten, waarbij ze de subtiliteiten van culturele expressies begrijpen. Bovendien, net als kritische pedagogie en onderzoekend leren, nodigt taal- en cultuureducatie studenten uit om kritisch stereotypes, vooroordelen en machtsdynamieken in taal en cultuur te onderzoeken, waardoor een dieper begrip van maatschappelijke complexiteiten ontstaat. Het gebruik van kunstgerichte methoden in taal- en cultuureducatie, vergelijkbaar met kunstgericht onderwijs, stimuleert bovendien creatieve expressie en de verkenning van de esthetische dimensies van taal en cultuur. Een pedagogie van subtiliteit en verfijning is nauw verweven met taal- en cultuureducatie, waarbij studenten door hun omgeving, hun medeleerlingen en de docent als inspirator en procesbewaker, worden geleid naar een diepe waardering voor de onderlinge verbondenheid van taal, cultuur en samenleving.

Het beheersen van de subtiliteiten van genuanceerde taal houdt in dat je woorden met precisie gebruikt om subtiele betekenissen binnen de context over te brengen. Het is essentieel om culturele sensibilisatie te ontwikkelen, wat betekent dat je diverse culturele normen, gebruiken en waarden begrijpt en respecteert, vooral bij communicatie. In een geglobaliseerde wereld vergemakkelijken deze vaardigheden effectieve interculturele dialoog, bevorderen ze diepere verbindingen en beperken ze misverstanden. Door deze fijnere punten te erkennen, creëren we een inclusieve en harmonieuze omgeving, zowel in persoonlijke relaties als in internationale interacties, versterken we banden en bevorderen we wederzijds begrip. Het is van belang dat we leerlingen het verschil tussen tekst en subtekst aanleren.

Subtekst staat in contrast met de tekst, die bestaat uit de expliciete, uitgesproken inhoud van een communicatie. Terwijl de tekst oppervlakkige informatie biedt, voegt subtekst diepgang en nuance toe aan de communicatie. Subtekst verwijst naar de onderliggende of impliciete betekenis in een vorm van communicatie, zoals een gesprek, geschreven tekst of een optreden. Het is de onuitgesproken of verborgen boodschap die onder de oppervlakte van de woorden of handelingen ligt. Subtekst brengt vaak emoties, intenties of ideeën over die niet expliciet worden uitgesproken door de spreker of auteur, maar die door het publiek of de lezer kunnen worden afgeleid of geïnterpreteerd.

Narratieve en Semantische Taalkunde

De noodzaak om narratologische perspectieven op taalgebruik en taalsystemen te integreren in het moderne vreemde taalonderwijs is cruciaal om literatuuronderwijs te beschouwen als een vorm van creatief leren. Deze benadering leert studenten niet alleen taalvaardigheden, maar ook hoe ze actief kunnen omgaan met de diepere betekenissen en functies van literatuur. Ze ontwikkelen een interpretatieve houding die hen in staat stelt de werkelijkheid te bemiddelen, de waargenomen werkelijkheid te onderhandelen en de werkelijkheid te representeren en te verbeelden door de analyse van het communicatieproces zelf en door de analyse en transformatie van teksten in veranderende contexten. Het concept van taal is beperkt wanneer het uitsluitend wordt gezien als een linguïstisch systeem, en biedt zelfs een nog nauwer perspectief wanneer het uitsluitend wordt bekeken als een linguïstisch systeem vanuit nationaal perspectief. Daarentegen biedt het bekijken van taal als zowel een linguïstisch als een narratologisch-semantisch systeem een verbreed perspectief, waarbij de rijke wisselwerking tussen structuur en narratieve betekenis binnen taal wordt benadrukt: het opmerken en actief gebruiken van taalkeuzes, zoals woordgebruik, zins- en tekst structuur, context en register, en stijlmiddelen, voor communicatieve doeleinden waarbij taal wordt gezien als veelzijdig systeem voor het begrijpen, representeren, bemiddelen en onderhandelen van de werkelijkheid in verschillende contexten. Het is belangrijk om ideeën uit de narratologie, de studie van hoe verhalen werken, op te nemen in het curriculum voor het leren van vreemde talen. Narratieve theorie onderzoekt hoe verhalen worden gecreëerd, verteld en begrepen, terwijl narratieve taalkunde zich richt op de taalkundige aspecten van verhalen en hoe taal wordt gebruikt om betekenis te creëren binnen verhalende structuren. Elke uiting is van tevoren al beladen, en processen zijn in de eerste plaats narratologische processen: tekst als psyche en psyche als tekst, zoals Wright (1993) benadrukt. In dit geval gaat het om het integreren van narratologische perspectieven in taalonderwijs, wat betekent dat het curriculum zich richt op het begrijpen van verhalen en de rol van taal en communicatie in het vertellen en interpreteren van verhalen, evenals de transformatie van teksten in veranderende contexten in tijd en ruimtelijke dimensies. Dit is vooral belangrijk bij het onderwijzen van literatuur als een manier voor studenten om te begrijpen welke actieve rol ze kunnen spelen in het geheel van de context. Hierdoor leren studenten meer dan alleen taalvaardigheden. Ze leren hoe ze de diepere betekenissen en doelen van teksten in context en literatuur als kunst kunnen begrijpen. Dit is vooral belangrijk bij het onderwijzen van literatuur als een manier voor studenten om actief deel te nemen aan het leren. Hierdoor leren studenten niet alleen taalvaardigheden, maar ook hoe ze de diepere betekenissen en doelen van literatuur kunnen begrijpen. Ze leren hoe ze verhalen moeten interpreteren, begrijpen wat ze betekenen, en hoe ze deze betekenissen kunnen uitdrukken via taal. Dit helpt hen niet alleen bij het leren van de taal, maar ook bij het begrijpen en uiten van ideeën over de echte wereld. Bijvoorbeeld, ze kunnen leren hoe bijvoorbeeld een #metoo-beweging taal gebruikt om grotere culturele ideeën te vertegenwoordigen. Ze kunnen ook zien hoe digitale platforms, zoals voorheen Twitter, de manier waarop we communiceren veranderen. Kortom, deze benadering helpt studenten begrijpen hoe taal en cultuur met elkaar verbonden zijn en geeft hen de tools om zich te ontwikkelen tot actieve vertalers, onderhandelaars en bemiddelaars in onze veranderende wereld. Semantische taalkunde speelt een cruciale rol in het begrijpen van hoe taal wordt gebruikt om betekenis te creëren in narratieve contexten. Dit helpt studenten bij het analyseren van verhalen en het ontcijferen van de diepere semantische lagen die verborgen zijn in literaire werken.

Bijvoorbeeld, zowel Virginia Woolf’s “Orlando” (1928) als de film “Barbie and Ken” (2023) bieden duidelijke voorbeelden van representatie en tekst over genderrollen en maatschappelijke normen in veranderende contexten. “Orlando” is een roman die het verhaal vertelt van een jonge edelman die mysterieus verandert in een vrouw en eeuwenlang leeft, waarbij hij verschillende historische periodes meemaakt. Dit werk laat zien hoe literatuur een krachtig instrument kan zijn om veranderende genderrollen en maatschappelijke normen in de loop der tijd te representeren. Het verkent de vloeibaarheid van identiteit en daagt traditionele genderconstructies uit. Aan de andere kant is “Barbie and Ken” een film uit 2023 die het evoluerende concept van schoonheid, lichaamsbeeld en genderrollen in de hedendaagse samenleving weerspiegelt. Barbie, een iconische pop, en Ken, haar mannelijke tegenhanger, zijn al generaties lang culturele symbolen. De laatste jaren is er een verschuiving naar meer diverse en inclusieve representaties van schoonheid en genderidentiteit in deze poppen, wat de veranderende maatschappelijke waarden weerspiegelt. Zowel “Orlando” als “Barbie and Ken” laten zien hoe literatuur en populaire cultuur kunnen dienen als spiegels om te reflecteren en zich bezig te houden met evoluerende maatschappelijke normen en waarden, waardoor het publiek veranderingen in contexten en perspectieven kan overdenken en begrijpen.

Interculturele Communicatieve Competentie
Leerlingen ontwikkelen interculturele communicatieve competentie door taal- en verhaalonderwijs. Taal en cultuur zijn nauw met elkaar verbonden omdat taal een belangrijk onderdeel is van cultuur. Taal wordt gebruikt om gedachten, ideeën en waarden uit te drukken, en het reflecteert de sociale en culturele normen van een gemeenschap. Door taal te gebruiken, communiceren mensen niet alleen informatie, maar ook hun culturele achtergrond, overtuigingen en identiteit. Taal vormt dus een essentieel onderdeel van de manier waarop we onze cultuur begrijpen, uitdrukken en delen met anderen. Vertalen en bemiddelen (mediation scales) van fictie (Companion, 2020, p. 221-225) en non-fictie teksten (Companion, 2020, p. 198-220) in bredere zin, concepten (Companion, 2020, p. 226-), het maken van betekenis, het communiceren en onderhandelen over betekenis in verschillende contexten (negotiation) staan centraal in het ERK of CEFR (2020) en de Interculturele Communicatieve Competentie. Kortom, wat we aan het doen zijn en waar we naartoe willen in het (talen)onderwijs in Nederland, is behalve het instrument van taal zelf verfijnen, tegelijkertijd ook het denken en spreken over inhoud, relevantie en betekenis leren verfijnen (Spierings, 2022). Het begrijpen van hybriditeit in de menselijke ontwikkeling (Hall, 1990) is belangrijk omdat het diversiteit en zelfexpressie bevordert, traditionele opvattingen uitdaagt en bijdraagt aan een inclusievere samenleving. Het stelt ons in staat om de complexe en dynamische aard van cultuur en identiteit beter te begrijpen en te omarmen om samen uitdagingen beter aan te kunnen gaan. In taal- en verhaalonderwijs leren leerlingen verhalen analyseren, begrijpen culturele verschillen en ontwikkelen respectvolle communicatiestrategieën. Dit omvat flexibiliteit in communicatie, omgaan met diversiteit, luisteren en respect tonen, kennis van andere culturen, opbouwen van relaties, effectieve communicatie, conflicthantering en multi-perspectiviteit (Byram, 1997). Leerlingen ontwikkelen ook persoonsvorming, mediawijsheid en culturele sensitiviteit (Bennett, 1993). Dit stelt hen in staat om empathisch te zijn, kritisch te denken, verantwoordelijk om te gaan met digitale middelen en respectvol over waardevolle inhoud te communiceren met mensen uit verschillende culturen. Abstraheren door conceptueel denken is daartoe een verbindend middel. Het ERK kan als beheersingsniveaus explicieter omschreven worden en gekoppeld aan de kerndoelen en eindexamentermen, zie ook ERK (SLO, 2022). De herziene ERK Companion Volume (2020) van de Council of Europe is een must voor elke talendocent, voor talendocenten Voortgezet en Hoger Onderwijs en dus ook voor de leerkrachten op het PO. Nieuw in het ERK of CEFR (2020) is de mediëring van fictie en non-fictie teksten, concepten en communicatie, plurilingualisme, linguistische, sociolinguistische en pragmatische competenties. Scholing is nodig op deze gebieden. Vergrote kennis over de relevantie van conceptueel en contextueel denken is een vereiste. De roep daartoe is al veel eerder uit de ECHA-specialisten (hoogbegaafdheid) gekomen. Daarnaast is de uitdaging bij het specifieke vak Engels is de toename van de rol van het Engels in de maatschappij en de toename van het vak Engels op lagere scholen, waarbij sommige scholen Engels geven vanaf groepen 7-8 eibo), sommige vanaf groep 5 (vervroegd eibo) en sommige scholen al vanaf groep 1 (VVTO en International schools). Deze ontwikkeling, zowel als de toegenomen meertaligheid van leerlingen, heeft geleid tot behoefte aan meer verdieping en versnelling binnen het vak Engels door meer verschillen in de aansluiting op alle schoolsoorten. Het aantal kinderen dat het Engels als moedertaal of lingua franca veel beter beheerst dan het Nederlands is enorm toegenomen waardoor de stelling nu zou kunnen luiden: zijn Nederlands en Engels inwisselbaar als Taal 1 en Taal 2 waarbij er combinaties van English Lingua Franca en Nederlands Tweede Taal of Nederlands als moedertaal en Engels als eerste Moderne Vreemde Taal? Het denken hierover kan een oplossingsrichting bieden. Benodigdheden: een open mind. Als dit je aanspreekt, zoek je eigen ‘Creative Diamond Collective’ dan op.

Inzicht in Streefniveaus en Beheersingsniveaus Talen vergroten en in leerplan verankeren

Een streefniveau is wat de leerling zou moeten kunnen bereiken, daartoe onderwijzen we op formatieve wijze.

Een beheersingsniveau is wat we summatief toetsen einde voortgezet onderwijs.

Zoals gezegd, starten leerlingen vanuit PO met steeds grotere verschillen tussen de beheersingsniveaus van het Engels aan het begin van het VO. Tegelijkertijd zien we een algehele toename van de beheersing van het Engels door input van het maatschappelijk gebruik van de taal om ons heen, denk eens aan alle ‘influencers’ en hoe zij Engels spreken en waar kinderen vandaag de dag naar kijken op hun device. Welke systematiek zou het PO en VO dan wat inzicht kunnen geven? Een schets:

De kerndoelen die minimaal bereikt zouden moeten zijn voor alle kinderen, einde PO en start VO VMBO-HAVO, gekoppeld aan het Common European Framework of Reference for Languages (CEFR), is streefniveau Engels A1:

Taalvaardigheid (A1): Leerlingen hebben een basiswoordenschat en taalvaardigheden ontwikkeld en kunnen in het Engels korte, eenvoudige, alledaagse gesprekken te voeren.

Taalbewustzijn (A1): Leerlingen hebben een basisinzicht in de Engelse taal en kunnen verschillende, eenvoudige, korte informatie en verhaaltjes in het Engels begrijpen.

Cultuurbewustzijn (A1): Leerlingen hebben een basisbegrip van cultuur in Engelssprekende gemeenschappen en basisvaardigheden geleerd voor een kort beleefd en respectvol gesprek.

Cultuurvaardigheid (A1): Leerlingen tonen een beginnend bewustzijn van culturele diversiteit, kunnen kort en eenvoudig hun eigen culturele informatie in het Engels delen en vragen naar die van de ander in een gesprekje.

De kerndoelen die minimaal bereikt zouden moeten zijn voor alle kinderen, einde PO en start VWO-Tweetalig Onderwijs, of einde klas 2 VMBO-HAVO, gekoppeld aan het Common European Framework of Reference for Languages (CEFR), is streefniveau Engels A2:

Taalvaardigheid (A2): Leerlingen hebben basisvaardigheden in het Engels, waardoor ze eenvoudige communicatie in alledaagse situaties kunnen voeren.

Taalbewustzijn (A2): Leerlingen hebben inzicht in de basisprincipes van de Engelse taal en kunnen eenvoudige informatieve en verbeeldende (fictie) teksten in verschillende contexten begrijpen.

Cultuurbewustzijn (A2): Leerlingen begrijpen basis culturele aspecten van Engelssprekende gemeenschappen en teksten in verschillende contexten en kunnen deze plaatsen ten opzichte van hun eigen cultuur.

Cultuurvaardigheid (A2): Leerlingen hebben een basisbegrip van culturele diversiteit, kunnen eenvoudige culturele informatie in het Engels uitwisselen en dragen positief en respectvol bij in interculturele gesproken en geschreven informatie in het Engels, zowel offline als online.

Einde klas 2 VWO-Tweetalig Onderwijs: Kerndoelen gekoppeld aan het Common European Framework of Reference for Languages (CEFR) beheersingsniveau Engels B1:

Taalvaardigheid (B1): Leerlingen hebben vaardigheden in het Engels die hen in staat stellen om eenvoudige gesprekken te voeren, basisinformatie te begrijpen en eenvoudige teksten in verschillende contexten te produceren.

Taalbewustzijn (B1): Leerlingen hebben een solide begrip van de basisprincipes van de Engelse taal en kunnen informatieve en verbeeldende (fictie) teksten in verschillende contexten begrijpen en produceren met betrekking tot alledaagse onderwerpen.

Cultuurbewustzijn (B1): Leerlingen hebben een basiskennis van de cultuur in Engelssprekende gemeenschappen door middel van het lezen en begrijpen van literatuurteksten in verschillende contexten. Ze hebben vaardigheden om respectvol en effectief te communiceren in het Engels, zowel persoonlijk als online, en begrijpen hoe literaire werken cultuur weerspiegelen.

Cultuurvaardigheid (B1): Leerlingen tonen een groter bewustzijn van culturele diversiteit, vooral door hun sociaal-emotionele verbeelding, begrip en creatie van fictie teksten in verschillende contexten. Ze kunnen informatie en ideeën in het Engels uitwisselen, dragen bij aan een respectvolle en inclusieve interculturele dialoog in het Engels op een meer gevorderd niveau en kunnen literaire bronnen gebruiken om hun begrip van cultuur te verdiepen.

Algemene achtergrond informatie:

  1. De leerling kan effectief communiceren en samenwerken met mensen uit verschillende culturen, waarbij zij/hij culturele uitwisselingen en samenwerking in vreemde talen kan bevorderen.
  2. De leerling kan een kritische houding aannemen door bronnen in vreemde talen te analyseren en verschillende perspectieven te overwegen bij het ontwikkelen en onderbouwen van standpunten.
  3. De leerling kan zich bewust tonen van mondiale uitdagingen en actief bijdragen aan positieve verandering in de samenleving als kritisch wereldburger, waarbij zij/hij de rol van taal in dit proces begrijpt.
  4. De leerling kan digitale vaardigheden inzetten bij het effectief communiceren, begrijpen en samenwerken in vreemde talen in een steeds meer gedigitaliseerde wereld.
  5. De leerling kan effectief communiceren en handelen in verschillende culturele contexten, waarbij zij/hij respectvol omgaat met culturele verschillen en openstaat voor diversiteit.
  6. De leerling kan culturele nuances en subtiliteiten in taalgebruik en gedrag herkennen en toepassen, waarbij zij/hij respectvol kan communiceren met mensen uit andere culturen.
  7. De leerling kan de mondiale dimensie van taalonderwijs begrijpen en de verbindingen leggen tussen taal, wereldwijde vraagstukken en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor elkaar en de planeet.

Voorstel specifieke Kerndoelen 4-14

Taalvaardigheid:

Leerlingen leren communiceren in het Engels en andere talen.

Leerlingen begrijpen en passen taalgebruik aan in verschillende situaties.

Leerlingen ontwikkelen taalvaardigheden afgestemd op context, doel en publiek.

Taalbewustzijn:

Leerlingen ontdekken hoe talen werken en experimenteren met taal.

Leerlingen begrijpen taalregels en reflecteren op taalgebruik.

Leerlingen leren verhalen analyseren om de betekenis en boodschappen ervan te begrijpen en na te denken over hun eigen leeservaringen.

Cultuurbewustzijn:

Leerlingen kunnen leren over verschillende culturen, talen en manieren van communiceren door het lezen en begrijpen van verhalen. Ze ontdekken dat mensen verschillende manieren hebben om te leven, te denken en te communiceren. Hierdoor leren ze respectvol met anderen om te gaan, zelfs als ze anders zijn dan zijzelf.

Cultuurvaardigheid

Leerlingen leren hoe ze vriendelijk en zorgzaam kunnen praten, problemen kunnen oplossen en respectvol met anderen kunnen omgaan, zowel online als offline.

Leerlingen zijn actief betrokken bij gesprekken en beslissingen, willen een eerlijke en vreedzame en duurzame wereld en tonen begrip en zorg voor anderen. Ze creëren een positieve en inclusieve omgeving waarin ze culturele verschillen waarderen en respecteren en verantwoordelijkheid nemen.

Leerlingen maken hun eigen verhalen in het kader van creativiteit en sociaal-emotionele persoonsontwikkeling.

Bovenbouw Eindtermen

Taalvaardigheid:

Leerlingen leren op speelse wijze communiceren in het Engels en eventueel een andere taal.

Leerlingen leren complexer taalgebruik begrijpen en zelf afstemmen op concrete doelen en publiek in abstractere, complexere situaties.

Leerlingen leren taalvaardigheden in het Engels en andere talen verder ontwikkelen, afgestemd op context, doel, media en publiek.

Taalbewustzijn:

Leerlingen ontdekken hoe talen werken door regels en conventies te herkennen, vergelijken, bespreken en erop te reflecteren.

Leerlingen experimenteren met taal en denken na over hoe ze talen effectief kunnen leren.

Leerlingen krijgen inzicht in hoe talen in elkaar zitten, werken en veranderen.

Leerlingen leren kritisch te kijken naar taalgebruik en weten steeds beter hoe ze talen moeten leren en gebruiken.

Leerlingen leren literaire teksten analyseren en interpreteren om betekenis en boodschappen te begrijpen.

Leerlingen ontwikkelen vaardigheden om literaire elementen en technieken te herkennen en te bespreken.

Leerlingen leren literaire teksten te evalueren en hun eigen leeservaringen te reflecteren.

Cultuurbewustzijn:

Leerlingen herkennen en omgaan met culturele verschillen, begrijpen de invloed van cultuur op communicatie en waarderen talen en culturen.

Leerlingen ontwikkelen zelfbewustzijn, respect voor anderen en tonen empathie, kritisch denken en waarden.

Leerlingen tonen respect voor digitale culturen, maken veilig gebruik van internet en tonen respect voor verschillende online-gemeenschappen. Leerlingen ontwikkelen digitale wijsheid, waaronder kritisch denken, online veiligheid, privacybescherming en verantwoordelijk gebruik van digitale technologieën.

Leerlingen ontwikkelen bewustzijn van milieukwesties en nemen verantwoordelijkheid voor het milieu, met begrip van de relatie tussen cultuur, duurzaamheid en wereldimpact.

Leerlingen ontwikkelen begrip van vrede als een waardevol doel en leren constructieve communicatie en conflict-oplossende vaardigheden. Leerlingen tonen respect voor diversiteit, bevorderen inclusie en gelijkheid, zowel offline als online. Leerlingen begrijpen hun rol als wereldburgers en voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van anderen, zowel lokaal als wereldwijd, ook in de digitale wereld.

Leerlingen kunnen culturele sensitiviteit ontwikkelen door het analyseren van complexe literaire teksten. Dit geeft hen inzicht in culturele diversiteit, verschillende perspectieven en sociale dynamiek. Ze verwerven een diepere kennis en waardering voor culturele nuances, waardoor ze respectvol kunnen communiceren en omgaan met mensen uit verschillende culturen.

Cultuurvaardigheid

Leerlingen ontwikkelen communicatieve vaardigheden om vriendelijk te praten, problemen op te lossen en respectvol met anderen om te gaan, zowel offline als online, met aandacht voor culturele diversiteit.

Leerlingen nemen actief deel aan gesprekken en besluitvorming, streven naar een eerlijke en vreedzame wereld en tonen begrip en zorg voor anderen, waarbij ze een positieve en inclusieve klas- en schoolomgeving creëren en culturele verschillen waarderen en respecteren.

Leerlingen zijn bewust van de sociale en ecologische uitdagingen in de wereld en zoeken naar duurzame oplossingen, zowel offline als online.

Leerlingen maken hun eigen fictie teksten in het kader van sociaal-emotionele persoonsontwikkeling, socialisering, perspectief-neming om cognitieve denkprocessen creatief te kunnen inzetten op actieve wijze.

Information in English

The language and culture curriculum is currently being revised in The Netherlands. Main revision is integrating the core of Intercultural Communicative Competence in three domains: Language Proficiency, Language Awareness, and Cultural Awareness from three interconnected perspectives: the communicative, the intercultural, and the (meta)cognitive perspective. The proposal here is to add a fourth subfield: cultural proficiency, in which creativity, socio-emotional imagination, narratology and semiotics, personal and social development play a greater role through the creation of stories or literature in a continuous learning trajectory (April 2023).

Narrative and Semantic Linguistics

The necessity of integrating narratological perspectives on language use and language systems into the modern foreign language curriculum is crucial in order to consider literature education as a form of creative learning. This approach teaches students not only language skills but also how to actively engage with the deeper meanings and functions of literature. They develop an interpretative attitude that allows them to mediate reality, negotiate the perceived reality (perception), and represent and imagine reality through the analysis of the communication process itself and through the analysis and transformation of texts in changing contexts.The concept of language is confined when seen solely as a linguistic system, or offes an even narrower perspective when viewed solely as a linguistic system from a national standpoint, whereas viewing language as both a linguistic and narratological-semantic system offers a broadened perspective, highlighting the rich interplay between structure and narrative meaning within language. Noticing and actively using language choices, such as word usage, sentence and text structure, context and register, and stylistic devices, for communicative purposes, where language is seen as a versatile system for understanding, representing, mediating, and negotiating reality in various contexts. It is important to include ideas from narratology, which is the study of how stories work, in the curriculum for learning foreign languages. Narrative theory explores how stories are created, told, and understood, while narrative linguistics focuses on the linguistic aspects of stories and how language is used to create meaning within narrative structures. Every expression is already laden in advance, and processes are primarily narratological processes: text as psyche and psyche as text, as emphasised by Wright (1993). In this case, it involves integrating narratological views into language education, meaning the curriculum focuses on understanding stories and the role of language and communication in storytelling and interpretation, as well as the transformation of texts in changing contexts in time and spatial dimensions. This is especially important when teaching literature as a way for students to understand which active part they might play in which contextual whole. By doing this, students learn more than language skills. They learn how to understand the deeper meanings and purposes of texts in context and literature as art. They learn how to interpret stories, how to understand what they mean, and how to express these meanings through language. This helps them not just in language learning but also in understanding and expressing ideas about the real world. For example, they can learn how things like the #metoo movement use language to represent bigger cultural ideas. They can also see how platforms like Twitter change the way we communicate. In short, this approach helps students understand how language and culture are connected and gives them the tools to develop themselves as active communicators, negotiators and mediators in our changing world. Semantic linguistics plays a crucial role in understanding how language is used to create meaning in narrative contexts. This assists students in analysing stories and deciphering the deeper semantic layers hidden within literary works.

For instance, both Virginia Woolf’s “Orlando”(1928) and the film “Barbie and Ken” (2023) offer distinct examples of representation and text on gender roles and societal norms in changing contexts. “Orlando” is a novel that tells the story of a young nobleman who mysteriously transforms into a woman and lives for centuries, experiencing different historical periods. This work showcases how literature can be a powerful tool for representing changing gender roles and societal norms over time. It explores the fluidity of identity and challenges traditional gender constructs. On the other hand, “Barbie and Ken” is a 2023 film that reflects the evolving concept of beauty, body image, and gender roles in contemporary society. Barbie, an iconic doll, and Ken, her male counterpart, have been cultural symbols for generations. In recent years, there has been a shift towards more diverse and inclusive representations of beauty and gender identity in these dolls, reflecting changing societal values. Both “Orlando” and “Barbie and Ken” demonstrate how literature and popular culture can serve as mirrors to reflect and engage with evolving societal norms and values, allowing audiences to contemplate and understand changes in contexts and perspectives.

Referenties

Byram, M. (1997). Teaching and assessing intercultural communicative competence. Multilingual Matters.

Bennett, M. J. (1993). Towards ethnorelativism: A developmental model of intercultural sensitivity. In R. M. Paige (Ed.), Education for the intercultural experience (pp. 21-71). Intercultural Press.

Hall, S. (1990). Identity: Community, Culture, Difference. Lawrence & Wishart.

Wright, E. (1993). Psyche and Text: The Sublime and the Grandiose in Literature, Psychopathology, and Culture. Publisher.

Interculturele vaardigheden | LU Careerzone (universiteitleiden.nl)

@creative diamond collective_juni 2022